Bij de presentatie van plannen rondom pionieren in een volkswijk merkte een bevlogen kerkenraadslid op: “Moet je dan als pioniersplek maar eindeloos pannenkoeken bakken? Ik zou het liefst mensen direct over Jezus vertellen zonder al die fratsen!” Deze man hield van Jezus, en het frustreerde hem dat je – voor zijn gevoel – niet recht op je doel af kunt gaan om het evangelie te delen. Is pannenkoeken bakken dan inderdaad zonde van je tijd?
Betrokkenheid is divers
Als je een tijdje onderweg bent met pionieren, ontstaat er een bont netwerk rondom de pioniersplek. Er zijn stamgasten die zich helemaal thuis voelen en vaak komen, mensen die eerst de kat uit de boom kijken en daarna aanhaken, en bezoekers die zo nu en dan eens aanschuiven. Mensen vertonen verschillende ‘graden van betrokkenheid.’ Dit geldt niet alleen voor deelname aan activiteiten, maar ook voor betrokkenheid op God en geloof. Sommige mensen hebben al een grote intrinsieke motivatie om het christelijk geloof te verkennen. Anderen zijn nog helemaal niet zo ver, en staan onverschillig of zelfs afwijzend tegenover het christelijk geloof. Maar ook hen wil je verwelkomen in je netwerk en ruimte geven in activiteiten, zowel vanuit de roeping om mensen onvoorwaardelijk lief te hebben, als uit het verlangen dat ze steeds meer voor God gaan openstaan. Mensen krijgen op deze manier tijd en ruimte om God te leren kennen.
Is er op jullie plek ruimte voor mensen met verschillende graden van betrokkenheid?
Bouwen aan vertrouwen
In de missionaire literatuur komt de term ‘belonging before believing’ veel terug; erbij horen gaat dan vooraf aan geloven. Veel mensen raken eerst betrokken bij een geloofsgemeenschap en voelen zich vervolgens niet alleen aangetrokken tot de mensen en de sfeer, maar staan ook steeds meer open voor de God die daar beleden wordt. Vaak is dit een voorzichtig en traag proces. Veel Nederlanders hebben vooroordelen over kerkmensen en geloof, en zijn beducht voor druk en manipulatie. De meeste mensen overtuig je niet met argumenten, maar met acties. Het kan dus inderdaad zo zijn dat er heel wat pannenkoeken gebakken moeten worden voordat iemand onbevangener over diepere dingen in gesprek durft te gaan of naar een Bijbelverhaal wil luisteren. Pannenkoeken bakken, huiswerkbegeleiding geven, een buurtborrel organiseren; ze vormen de voedingsbodem waar vriendschap en vertrouwen kunnen groeien, waar mensen een christelijke geloofsgemeenschap in actie kunnen zien, en waar Gods liefde geproefd kan worden.
Het is daarom belangrijk dat er op je pioniersplek – ook in je aanbod van activiteiten – ruimte is om van een afstand toe te kijken en langzaam dichterbij te komen. Stel dat
er op een pioniersplek voornamelijk hardcore christelijke activiteiten zijn, dan wordt daarmee wellicht een intrinsiek gemotiveerd groepje aangesproken, maar het vormt ook een hoge drempel voor anderen. Het sluit de categorie mensen uit die weinig met het geloof hebben en denken: ‘Ik kan hier niks mee, dus ik heb hier niks te zoeken.’ En dat terwijl ze wellicht wél met plezier naar een buurt- BBQ of verhalencafé zouden komen, en op den duur zelfs nieuwsgierig zouden kunnen worden naar activiteiten die explicieter over zingeving en God gaan.
Om over door te praten
- Zijn er op jullie pioniersplek mensen voor wie ‘belonging before believing’ van toepassing was? Welke mensen heb je zien opwarmen voor God?
- Herken je iets van de frustratie van ‘eindeloos pannenkoeken bakken’? Waarom wel/niet?
Opdracht/verwerking
Als je de mensen die betrokken zijn bij de pioniersplek in verschillende categorieën moet opdelen, welke categorieën kies je dan? Wat kenmerkt hun betrokkenheid, oftewel: welke graad van betrokkenheid hebben ze?
- Welke activiteiten vinden op jullie pioniersplek plaats? Waar zouden jullie deze activiteiten plaatsen in onderstaande cirkel ten opzichte van de kern ‘Jezus volgen’?
- Wat valt op als je naar het ingevulde figuur kijkt? Voor welke ‘graad van betrokkenheid’ bieden jullie veel aan, en voor welke graden van betrokkenheid minder?
- Welke mensen uit de doelgroep zien jullie niet op jullie activiteiten? Hoe kunnen jullie onderzoeken (1) wat hen ervan weerhoudt om te komen, en (2) wanneer ze wel zouden komen?
Graden van betrokkenheid in de viering
Ook rondom vieringen speelt het thema van graden van betrokkenheid. Naar je viering komen immers mensen met verschillende gradaties van interesse. Als je net begint met vieren, maak je de keuzes rondom de vorm en inhoud van de samenkomst – als het goed is – op basis van de mensen met wie je omgaat. Het verlangen is dat veel mensen de stap naar de viering durven te zetten, en daarom streef je naar een lage drempel, en naar taal en vormen die aansluiten bij de leefwereld van de doelgroep.
Door de tijd heen, evolueert de viering. Misschien komen er rituelen of elementen bij, ontstaat er een bepaalde groepscultuur bij de vaste bezoekers, en komt er meer diepgang in de verkondiging. Er dienen zich telkens nieuwe beslismomenten aan: wat gaan we toevoegen of veranderen om verder te komen in het proces van gemeenschapsvorming? Dit proces vraagt echter wel om voortdurende reflectie op het functioneren van de vieringen. Je wilt voorkomen dat de vieringen alleen interessant zijn voor een kleine groep mensen met hoge intrinsieke motivatie of kerkelijke achtergrond, en dat de drempel te hoog is voor mensen die weinig hebben met geloof of kerk. Hoe blijft de aandacht voor nieuwe mensen? Hoe zorg je dat er geen routines zijn die buitenstaanders niet snappen of kunnen meemaken? Ook in een viering moet er ruimte zijn voor mensen die niet geloven, en er misschien wel heel sceptisch zitten. Iemand die niet gelooft moet de viering binnen kunnen komen, en het een poosje uithouden met de gemeenschap en het onderwijs. Ze hoeven het er niet mee eens te zijn, maar ze moeten zich wel aan het gebeuren kunnen relateren.
Om over door te praten
- Welke mensen komen naar de viering, en welke graden van betrokkenheid vertonen ze als het om het christelijk geloof gaat?
- Op welke manier geven jullie in de viering ruimte aan mensen die niet geloven?
Welke elementen van jullie viering zijn moeilijk voor mensen die voor het eerst komen of zich in de buitenste cirkel van betrokkenheid bevinden? - Welke mensen komen niet naar de viering? Heb je enig idee wat hen tegenhoudt? Hoe kun je om hun feedback en input vragen?
- Welke vragen komen verder bij jou naar boven als je nadenkt over de viering in het licht van graden van betrokkenheid?
Voor wie meer wil nadenken over de viering: lees ook het artikel De vormgeving van samenkomsten.